Nicolaas Gerardus van der Lee koopt op 35-jarig leeftijd in 1887 van de nabestaande van de heer Hoytema de “Rotterdamsche Kopermolen” in het buurtschap Wenum bij Apeldoorn. De Rotterdamsche Kopermolen (watermolen) is de motor zijn van zijn fabriek waar hij met meer dan 40 man personeel hout bewerkt en waar in de meubelmakerij meubelen worden gemaakt.
Het is maart 1890 dat Nicolaas Gerardus van der Lee problemen op de werkvloer krijgt door een ruzie tussen twee van zijn draaibank medewerkers. De ruzie over het gebruik van de waterkracht van de Kopermolen liep uit tot een vechtpartij waarna J. Steenbergen naar het kantoor ging om Nicolaas Gerardus van der Lee te informeren dat hij naar de politie zou gaan. Nicolaas Gerardus van der Lee gaf hem echter het advies dat niet te doen en de werknemer ging weer terug naar zijn werkplek. Eenmaal terug gekomen op zijn werkplek kregen de twee weer ruzie en pakt J. Steenbergen een beitel en steekt de 22-jarige Peter Bakker in zijn buik die vervolgens op de grond viel. Een arts uit Vaasen kwam met spoed naar de fabriek en onderzocht daar de wond van Peter Bakker. De arts zag het zeer somber in voor Peter Bakker en tegen de avond was Peter Bakker overleden aan zijn verwondingen. De dader ging naar Apeldoorn en gaf zichzelf aan bij de burgemeester. Daar werd hij door de politie in voorlopige bewaring gesteld en justitie in Zutphen werd in geïnformeerd over het voorval.
Twee jaar later in 1892 breekt op zaterdagavond 4 juni rond 5 uur brand uit in de zagerij en draaierij van de fabriek. Het werkvolk dat die zaterdag had gewerkt had het weekloon ontvangen en waren vertrokken. Tot overmaat van ramp begaf de brandkraan van de fabriek het voordat de brand volledig geblust was. Het duurde dan ook even voor de spuit met blusmateriaal aanwezig waren. Het woonhuis (de boerderij) met de schuren waar ook afgewerkte goederen die daar stonden opgeslagen en de meubelmakerij werden gespaard. De machines in het gebouw waren door de brand onbruikbaar geworden. De twintig werklieden zaten dan ook enige tijd zonder werk. De twintig werklieden van de meubelmakerij konden voorlopig nog wel aan het werk blijven. Wat de oorzaak van de brand was is na onderzoek niet vast komen te staan. Nicolaas Gerardus van der Lee was wel verzekerd, maar onvoldoende om alle schade de compenseren.
Zijn vrouw, Adriana Ramp noemde de voorvallen “Het debacle van de Kopermolen”, maar sprak daar zelden over en het heeft haar altijd veel verdriet gedaan.
Bron: o.a. Leidsdagblad, Eembode, Nieuwe Amersfoortse krant